NIEUW BUINEN - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag een werkstraf van honderd uur geëist tegen een 53-jarige man uit Nieuw-Buinen. Hij wordt verdacht medeplichtig te zijn aan het versturen van zwartboeken met dreigbrieven naar meerdere ondernemers. Deze ondernemers waren betrokken bij de bouw van windparken in Groningen en Drenthe. De verdachte heeft volgens het OM deze zwartbroeken en dreigbrieven gedrukt.

Op 16 april 2021 heeft de rechtbank Noord-Nederland twee andere mannen in deze zaak veroordeeld tot gevangenisstraffen van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Deze mannen zijn volgens de rechtbank en het OM de drijvende krachten achter de bedreigingen. Eén van de twee mannen ging in hoger beroep.


Angst en onzekerheid
Het zwartboek en de dreigbrieven hadden als doel om dusdanig veel angst en onzekerheid te veroorzaken dat bedrijven zich terug zouden trekken uit de windmolenprojecten. Net zo lang totdat geen enkel bedrijf zich meer aan deze projecten zou willen of durven verbinden. Met als uiteindelijk doel dat er geen windmolens zouden komen.

Andere rol

De rol van de nu terechtstaande verdachte is wezenlijk anders dan die van de twee andere mannen. Daarom is besloten hem niet met hen te dagvaarden. Daarom is de verdachte in december jl. voor een OM-hoorzitting opgeroepen. Dit om de zaak af te doen via een strafbeschikking. “Alleen heeft de verdachte aangegeven van mening te zijn dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. Dat is uiteraard zijn goed recht, waardoor deze zaak alsnog voor een rechter is gebracht”, aldus de officier van justitie.

Bewijs
Volgens het OM is er in deze zaak voldoende bewijs. Dit blijkt onder meer uit gesprekken van de twee door de rechtbank veroordeelde mannen. Hun gesprekken leiden naar de drukkerij van de verdachte. Tevens blijkt uit onderzoek van het NFI dat de printer waarmee de verdachte het drukwerk verzorgt de printer is waarmee de zwartboeken zijn geprint. Ook is op een van de kaften van een verstuurd zwartboek DNA aangetroffen van hem.

Daarnaast acht de officier van justitie het uiterst onwaarschijnlijk dat de man als professioneel drukker niet controleert wat hij drukt. “We gaan er derhalve vanuit dat hij kennis heeft genomen van de kaft en de tekst. Een tekst die geen enkele ruimte voor interpretatie overlaat. (…) Dit valt niet meer onder de noemer van protest. Dit is dreiging, dit is dwang.”

Beperkte rol

Uiteraard ziet de officier van justitie ook dat de verdachte de plannen niet heeft bedacht en dat hij de koers niet bepaalde. “Die beperkte rol maakt ook dat wij van mening zijn dat – ondanks de ernst en de impact van de feiten op de slachtoffers en op de samenleving – aan de verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd.”